ik heb het zo druk druk met van alles even geen tijd voor liefhebben aandacht mijn nagels knippen
schilderesje
daar sta je voor je witte doek kleurig palet met verf als woorden voor een woordeloos gebed de zon is god daar sta je voor je witte doek om het te gaan geselen strelen je handen hoofd dan hart penselen de zon als gids daar sta je voor je kleurend doek noorderlicht streelt jouw gezicht streek voor streek verlicht je mijn zijn
weegschaal
elke ochtend weer controleer ik mijn obesitas erfenis van bourgondië zie je op de schaal obesitas de schaal ver voorbij voor mij te veel voor strohalmen
reis
ik ging op reis zonder kaart of kompas sloeg zijwegen in draalde probeerde om te keren ik ging op reis zonder vast gezelschap maakte vrienden vond liefdes verloor probeerde om te kijken ik ging op reis reed over snelwegen paden zag bergen dalen zon regen stopte rustte om door te rijden ik ging op reis deed steden dorpen aan zag zeeën meren rivieren proefde dronk om alles te ontdekken ik ben op reis de motor hapert
amsterdam
opa nam me ooit naar je mee in trein aan zijn hand nieuwedijk rembrandt van rijn kijken naar de brand bij c&a met oma en mama winkelen en daarna na eindeloos kalverstraat en winkelstraten wist ik niet of ik daarvan hield of het haatte robert jasper grootveld kabouterstaat het zinderde nog na ik was te laat ik moest het doen met professoren maagdenhuisbezetters idealen verloren nog slechts docerend voor de poen vergaderend op weg naar het pensioen van jou mijn amsterdam wat is er nog niet zoveel meer van ooit maar toch werd ik er verliefd raakte ik bezopen van indrukken drank heb ik gelopen langs je grachten stegen damrak rokin centraal station ij en de jordaan in zoveel in jou gezworven en er bijna verdorven vele voetstappen gelegd veel verzwegen en gezegd tegen acteurs inspiciënten kunstenaars medestudenten charlatans eigenlijk iedereen ik herinner me er geen een toeristen slepen over de straat hun koffers en worden uitgebaat zoekend de stad naar het bewijs van het ooit-bestaande paradijs veel is in jaren verdwenen wat blijft zijn grachten en stenen en verlangen en herinneringen
wilga
de maat der dingen is tegenwoordig het internet zin en onzin gewoon even zoeken ik toets in wilga naast jou vind ik een vliegtuig waarmee je door wolken kunt vliegen capriolen kunt uithalen reizen kunt maken maar vooral ik vind jou
vraag
de slag is gestreden en het bloed is geronnen overziend het slagveld ik weet het is vaag naast het lijk van de held toch die ene vraag is alles verloren of is alles gewonnen
waarheidsvinding
ik luister naar een debat op de radio volg het half tot plotseling één woord opspringt uit de brij van woorden klauwt zijn nagels vast in mijn gedachten waarheidsvinding krabt aan kasten en kabinetten bladert in bestofte boeken aandachtig onderzoekt hij archieven neuzend in minuten en notulen fronst wenkbrauw schud het grijze hoofd glimlacht minzaam schaterlacht zet zich weer aan het eindeloos zoeken zonder vinden
herfst
na lange lome slome zomeravonden langer dan ooit reikend naar een eeuwigheid striemen plots regen en wind de cv brandt weer met tikkende radiatoren het huis zet zich schrap na de slome zomerslaap buiten burlt de reebok geil van zijn herfsttaak het maken van nieuw leven de cirkel weer te sluiten
gordijn
het gordijn schuift opzij daar verborgen staat de dood lang zag ik al de bolling angstige schaduwen in flets licht durfde er niet behoedzaam achter te kijken het opzij te rukken wetend daar staat de dood hij met grijns grimas zeis het gordijn ontkenning daar staat de dood komt naast me zitten spreekt met zachte stem ze streelt door mijn haar met zachte hand gekkie ik was er steeds