muziek maken naar mooie vrouwen kijken zuipen in de kroeg iets onzinnigs doen zwerven zeilen tijd verspillen schoppen slaan schreeuwen snikken huilen janken lachen bij jou zijn
foto
ik kijk ik richt mijn camera stel scherp druk af een schilfer van de eeuwigheid bevroren
ziel in ziel
huid op huid vel op vel hart op hart ziel in ziel
water
kabbelend sabbelend vloeiend vervloeiend verdampend verstomend stromend striemend levend
medicijn
ik heb een medicijn nodig tegen angst voor het sterven melancholie ik vraag mijn dokter apotheker piskijker kruidenvrouw google uiteindelijk blijft over poëzie
lowestoft
de haveningang van lowestoft ligt nagenoeg pal west van ijmuiden gewoon 270° sturen en doorzeilen hoe moeilijk kan het zijn maar toch iets in mijn hoofd want nooit gedaan de zee is zo groot heb de kaarten almanakken ik ken de theorie het schip is goed maar toch twijfel sms van jou ik durf we gaan we sturen 270° 18 uur de zee is mild de wind genadig sterren lichten bij en de zee licht op dag nacht ochtend lowestoft
ik ga op reis
ik ga op reis en ik neem mee mijn dromen mijn herinneringen die niemand kent kan kennen mijn koffer is vol en kan nauwelijks dicht daarom laat ik achter mijn angsten mijn demonen die niemand kent kon temmen maar ook het kan nu eenmaal niet anders want zo zijn nu eenmaal de onverbiddelijke regels jou
dood
ik zoek troost kracht bij poëzie maar waarom dichten dichters zoveel over de dood de dood alomvertegenwoordig verlangen naar angst voor het mysterie het niets eeuwigheid vergankelijkheid maar de essentie is denk ik dit gelezen hebbend eigenlijk het leven dat zonder dood zonder waarde is
blues
ik zing de blues speel de blues maar ben geen oude neger uit the delta mississippi detroit chicago the cotton fields robert johnson blind lemon jefferson big bill broonzy bb king willie dixon sonny boy williamson ii howling wolf muddy waters is het gestolen of is blues universeel
ooit
zal ik dan nog maar een borrel nemen sigaret roken van en naar werk gaan zal ik dan nog maar een oude vriend opzoeken praten op reis gaan dromen dat alles en zal ik als het je me toelaat jou liefhebben en beminnen tot het onvermijdelijke sterven ooit