portret

daar hang ik daar in het trappenhuis
als het eerste van vele voorvaderen
de blik haast zwaarder dan 
de spijker dragen kan

kijk in de leegte ondanks
borsalino en handschoen

oud licht

excuses

ik ben u allen excuses verschuldigd
voor mijn ongericht gedicht

sorry

u verwacht pointe en inzicht
helaas niet in dit gedicht

nogmaals sorry

zoekt u bevestiging voor uw onwrikbaar inzicht
in uw god of goden
uw geloof ofzo
onverwerkt onbegrijpen
geen houvast in dit gedicht

sorry

oude vriend

ooit
bestormden we iets
wat het ware leven
zou zijn
dachten we
kroegen
drank
onbereikbare vrouwen en idealen

wat waren die

nu
oudere en triestere mannen
wat was het ware leven
wisten we dat
nu
ooit

of 

meegesleurd door het tij

aangespoeld op het strand 
van de tijd

schipbreukelingen

nu even stil

nu even stil
luisteren naar mezelf
dat zachte stemmetje

vliegtuigen
treinen
vrachtauto’s
anderen
opvoeding vroeger
hoe het hoort en fatsoen
overstemmen

nu even stil
luisteren naar mezelf
dat zachte stemmetje

oorverdovend fluisterend

bijna een gedicht

soms schrijf je bijna een gedicht

normaal als je 
verliefd
verdrietig
weemoedig
wanhopig bent
schrijf je een gedicht
of misschien een bundel of twee

maar wat voor gedicht schrijf je
als je het even niet weet
je gevoel je in de steek laat
de doodlopende weg niet doodloopt
de zeis weer hangt te roesten
in het tochtige schuurtje
voorlopig tenminste

sta op van mijn vermeende doodsbed
bungel mijn benen onzeker naar
de koude vloer
opnieuw eerste stapjes
waarheen

knipper mijn ogen 
zonlicht

bijna een gedicht

droom

water
kolkt rond
mijn voeten
mijn heupen
borst
keel
mond

een schreeuwloze schreeuw

een hand

ik open mijn ogen
open ik mijn ogen
droom realiteit
vervloeien

waar ben ik